VERSLAG VAN DEN RAAI) VAN TOEZIGT DER
AMSTERDAMSCHE BANK AAN HEEREN AANDEELHOUDERS.
Wij hebben de eer, ter voldoening aan art. 40 der statuten, u bij dezen aan te
bieden het tiende jaarverslag, handelende over den toestand en de verrigtingen der bank gedu
rende het jaar 1881.
De balans per 81 December 1881, benevens de winst- en verliesrekening over dit jaar
zijn daarbij gevoegd.
De raad van toezigt werd in het afgeloopen jaar gevoelig getroffen door het overlijden
van twee zijner leden, den heer Geheimraad Th. Wendelstadt, die reeds aan de oprigting onzer
Vennootschap een werkzaam aandeel had genomen, en den heer F. Bodenstedt, die in 1873 tot
lid van den raad van toezigt werd gekozen. Beider steeds ijverige behartiging van de belan
gen onzer instelling zal bij ons in dankbare herinnering blijven.
De raad van toezigt is thans zamengesteld uit de heeren
C. FELLINGER, Voorzitter.
ADR. PRINS, Onder- Voorzitter.
M. ELTZBACHER.
ADOLPH. B. H. GOLDSCHMIDT.
J. KAEMPF.
H. MARCUSE.
Mr. M. MEES.
F. A. MÜLLER.
W. F. PIEK.
H. VAUPEL en
V. WENDELSTADT.
9
O O